Vakdidactiek PO
in de B-stroom
Leefwereldgericht werken
Elke les ervoor zorgen dat je leerlingen betrokken zijn – omdat elke leraar het wil. Dat veronderstelt oog hebben voor de leerlingen en hetgeen hen drijft, hetgeen hen dagelijks bezig houdt : de mooie en minder mooie dingen des leven, hetgeen zij van belang vinden.
​
Daarom vertrekt lesgeven met in te spelen op de leefwereld van jongeren. Jongeren zijn bovenal betrokken bij de les als ze de meerwaarde ervan inzien en vooral voor hen uit de b-stroom moet het functioneel handelen aan de basis liggen. Betekent dit dat je als leraar grootse dingen moet doen? Nee.
Betekent dit dat je als leraar zeer creatief moet zijn? Nee.
​
Denk gericht na op welke manier je de leerstof kan vertalen naar het dagelijkse leven of naar de richting waarin leerlingen les volgen.
Kortom zorg voor verbondenheid tussen leerstof, opdrachten … en hetgeen hen bezighoudt.
Wil je enkele rijke verbindingen mogelijk maken, ga eens na hoe je het volgende mogelijk maakt:
​
-
Verbinding tussen voorkennis en nieuwe inhoud
-
Verbinding tussen concrete toepassing en abstracte principes
-
Verbindingen tussen de les op school en de wereld buiten de school
-
Verbindingen tussen inhouden op school en zinvolle dingen die de leerlingen buiten de school met die kennis kunnen doen
-
Verbindingen tussen theoretische uitleg van de leerkracht en oplossen van praktische problemen door leerlingen
-
Verbindingen tussen visueel aanbod en verbale uitleg
![]() | ![]() | ![]() |
---|---|---|
![]() |